Volksgezondheid vormt de grootste structurele kostenpost van de Rijksbegroting en deze kosten blijven de komende jaren fors stijgen. Waar in 2020 de zorguitgaven € 66 miljard bedroegen, loopt dit volgens ramingen op tot € 126 miljard in 2030. Voor gezinnen betekent dit een verdubbeling van de basiszorgverzekering van circa € 2.800 naar € 5.600 per jaar. Ondanks deze enorme impact op de koopkracht en de collectieve lasten, krijgt volksgezondheid in de Tweede Kamer relatief weinig politieke aandacht. Het debat concentreert zich veel vaker op thema’s als klimaat en immigratie, die slechts een beperkt deel van de belastingdruk veroorzaken.
De huidige aanpak vanuit het ministerie van VWS en het kabinet Schoof legt sterk de nadruk op systeemoplossingen zoals akkoorden en hervormingsagenda’s. Hoewel deze initiatieven zich richten op toegang tot zorg, jeugdzorg en ouderenzorg, wordt de menselijke maat vaak uit het oog verloren. Tegelijkertijd worden maatregelen doorgevoerd die preventie juist ondermijnen, zoals de verhoging van het btw-tarief op sport en cultuur. Dit staat haaks op de beleidsambitie om gezondheid te bevorderen en de zorgvraag te verlagen.
Om deze scheefgroei te herstellen is het noodzakelijk dat volksgezondheid een veel centralere rol krijgt in het politieke debat. De omvang en groei van de zorgkosten rechtvaardigen structurele Kamerdebatten en duidelijke keuzes over houdbaarheid en betaalbaarheid. Daarbij moet preventie geloofwaardig worden gemaakt: investeringen in sport, bewegen en gezonde voeding verdienen ondersteuning in plaats van fiscale ontmoediging.
Daarnaast vraagt de huidige situatie om een herwaardering van de menselijke maat in het zorgbeleid. Burgers moeten kunnen rekenen op transparantie, keuzevrijheid en toegankelijkheid, in lijn met de verplichtingen uit BW 7:448 rond geïnformeerde keuze. Het is niet voldoende om akkoorden te sluiten; er zijn meetbare verbeteringen nodig in wachttijden, betaalbaarheid en zorgkwaliteit.
Tot slot kan strategisch gebruik van data helpen om de noodzakelijke keuzes inzichtelijk en controleerbaar te maken. Heldere visualisaties van kostenontwikkelingen, preventie-effecten en verdeling van zorguitgaven kunnen Kamerleden en burgers laten zien waar miljarden naartoe gaan en welke beleidsopties daadwerkelijk gezondheidswinst opleveren.