Van Warschaupact tot NAVO-lidmaatschap

Hoewel de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten tijdens de Tweede Wereldoorlog samenwerkten, waren het ideologische tegenpolen. De verschillen in visie kwamen tijdens de conferenties van Jalta en Potsdam (1945) naar voren. Rusland en later de Sovjet-Unie hadden herhaaldelijk te maken gehad met invasies uit het westen, waaronder tijdens de Napoleontische oorlogen en beide wereldoorlogen. De toenmalige leider Stalin wilde een bufferzone creëren door de Poolse grenzen westwaarts te verschuiven om toekomstige Duitse agressie te voorkomen. De Sovjet-Unie wilde invloed behouden in Oost-Europa en vormde een bufferzone van communistische staten om zich heen, terwijl de VS vrije en democratische verkiezingen in deze landen nastreefde.



Column


Stalin en de Sovjet-Unie gebruikten politieke intriges en controle over lokale communistische partijen in Oost-Europese landen om pro-Sovjetregeringen te installeren. Deze regeringen waren vaak afhankelijk van Moskou voor steun en richtlijnen, waardoor ze effectief functioneerden als satellietstaten van de Sovjet-Unie.

De vorming van deze bufferzone van communistische staten leidde tot groeiende spanningen tussen de Sovjet-Unie en de westerse geallieerden, wat uiteindelijk resulteerde in de Koude Oorlog. De Verenigde Staten en hun bondgenoten voerden een beleid van containment (indamming) tegen de verspreiding van het communisme, waarbij ze zich richtten op het versterken van westerse invloed en steun aan niet-communistische regimes in Europa en elders.

In 1949 werd de NAVO opgericht als een militaire alliantie van westerse landen tegen de dreiging van de Sovjet-Unie. Als reactie daarop vormde de Sovjet-Unie in 1955 het Warschaupact met haar satellietstaten in Oost-Europa, waaronder de Sovjet-Unie zelf, Polen, Oost-Duitsland, Hongarije, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië. Het Warschaupact diende als tegenhanger van de NAVO en versterkte de politieke en militaire samenwerking tussen de Sovjet-Unie en haar satellietstaten.

Naarmate de Koude Oorlog tot een einde kwam, werd het Warschaupact in 1991 ontbonden. Polen (1999), Oost-Duitsland (1990), Hongarije (1999), Tsjechië (1999), Bulgarije (2004) en Roemenië (2004) traden vervolgens toe tot de NAVO. De toetreding van deze landen markeerde een belangrijke verschuiving in de geopolitieke balans van Europa.

In november 2013 begonnen massaprotesten in Oekraïne tegen de toenmalige pro-Russische president Viktor Janoekovytsj. De Euromaidan-protesten waren gericht tegen zijn besluit om een associatie-overeenkomst met de Europese Unie op te schorten en nauwere banden met Rusland te bevorderen. De protesten escaleerden in februari 2014, waarbij Janoekovytsj uiteindelijk naar Rusland vluchtte.

De Krim is van oudsher van strategisch belang voor Rusland vanwege haar marinebasis in Sebastopol, die fungeert als thuisbasis voor de Russische Zwarte Zeevloot. Controle over de Krim geeft Rusland cruciale maritieme toegang tot de Zwarte Zee en versterkt haar militaire positie in de regio. Na de annexatie in 2014 legden de Verenigde Naties en westerse landen sancties op aan Rusland vanwege schendingen van het internationale recht en de territoriale integriteit van Oekraïne.