De Italiaanse Regering Treedt Op tegen Illegale Praktijken

De Premier van Italië, Giorgia Meloni, aan het woord:

Ik wil met jullie praten over immigratie, maar dit keer gaat het niet over de reguliere migrantenstromen. Toch wil ik even benadrukken dat de inzet van de gehele regering tot nu toe heeft geleid tot een afname van 60% van de legale aankomsten vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dit resultaat is vooral te danken aan samenwerkingsverbanden met Noord-Afrikaanse landen, met name Tunesië en Libië. 



Vandaag (04-06-2024) wil ik mij echter richten op een ander probleem, namelijk de schijnbaar reguliere migratiestromen. De regering heeft de afgelopen maanden de reguliere instroom van werknemers in Italië gemonitord, en de bevindingen zijn verontrustend. Uit bepaalde regio's, met name Campanië, hebben we een buitensporig aantal aanvragen voor werkvergunningen voor niet-EU-burgers geregistreerd, veel hoger dan het aantal potentiële werkgevers. 

Nog zorgwekkender is dat slechts een klein percentage van de buitenlanders die een visum voor werk hebben verkregen op basis van het 'decreto flussi' daadwerkelijk een arbeidscontract heeft ondertekend. Ter illustratie: in Campanië, een regio die goed is voor meer dan de helft van alle aanvragen, hebben slechts minder dan 3% van de aanvragers die een visum voor seizoenswerk in de landbouw- of toerismesector hebben gekregen, uiteindelijk een arbeidscontract ondertekend. 

Dit betekent dat er een groot verschil is tussen het aantal werkvisa en de daadwerkelijk afgesloten arbeidscontracten. Dit patroon zien we ook, zij het in mindere mate, in veel andere Italiaanse regio's. Volgens ons duidt dit erop dat de reguliere migratiestromen voor werk op frauduleuze wijze worden gebruikt als een extra kanaal voor illegale immigratie. Het lijkt erop dat de georganiseerde misdaad betrokken is bij het beheer van de aanvragen, waarbij de 'decreto flussi' wordt misbruikt om mensen op een formeel legale manier het land binnen te laten die daar geen recht op hebben, waarschijnlijk tegen betaling.

Onze vermoedens van criminele infiltratie worden versterkt door het feit dat de overgrote meerderheid van de buitenlanders die de afgelopen jaren via de 'decreto flussi' Italië zijn binnengekomen, uit Bangladesh komt. De diplomatieke autoriteiten daar spreken zelf van een handel in werkvisa. Bengalezen vormen ook de grootste groep illegale immigranten in de eerste vijf maanden van dit jaar, wat wijst op een verband tussen criminele organisaties in het land van vertrek en die in het land van aankomst.

Vanmorgen heb ik daarom een klacht ingediend bij de nationale anti-maffia en anti-terrorisme procureur Giovanni Melillo, betreffende de instroom van buitenlandse werknemers die de afgelopen jaren gebruik hebben gemaakt van de 'decreto flussi'. Deze klacht is noodzakelijk om vast te stellen wat er tot nu toe is gebeurd, maar ook om ervoor te zorgen dat de regering dit frauduleuze en criminele mechanisme in de toekomst kan stoppen.

We staan voor een systeem van fraude en omzeiling van de reguliere inreisprocedures met zware inmenging van de georganiseerde misdaad, dat we onmiddellijk moeten stoppen. De regering werkt al aan een reeks maatregelen om dit probleem aan te pakken, die we zullen presenteren in een van de komende ministerraden. Terwijl de regering de nodige oplossingen voor de toekomst uitwerkt, hoop ik dat er volledig licht wordt geworpen op wat er de afgelopen jaren is gebeurd, omdat we vermoeden dat deze praktijken al jaren aan de gang zijn en het verbaast me dat geen van de vorige regeringen dit heeft opgemerkt.

We zullen de aspecten aanpassen die tot deze wantoestanden hebben geleid, en dat zullen we doen met respect voor het principe dat ten grondslag ligt aan de 'Bossi-Fini' wetgeving, namelijk dat toegang tot Italië alleen wordt verleend aan degenen die een arbeidscontract hebben. Het doel is om een onschendbaar principe te herstellen: in Italië kom je alleen binnen op een reguliere manier als je een arbeidscontract hebt. We willen niet langer toestaan dat de georganiseerde misdaad de staat omzeilt om haar verachtelijke activiteiten voort te zetten.