1️⃣ Toetsen inbinaire code omzetten
Wanneer je op de toetsen 1, +, 1 en Enter drukt, maakt het toetsenbordchipje voor elke toets een binaire code (nullen en enen). Bijvoorbeeld:
| Toets | ASCII-binaire code |
|---|---|
| 1 | 00110001 |
| + | 00101011 |
| 1 | 00110001 |
| Enter | 00001101 |
Deze codes zijn de taal die de computer begrijpt.
2️⃣ Code gaat naar de CPU
De binaire codes reizen via het moederbord naar de CPU.
- De transistors in de CPU lezen de bits (aan = 1, uit = 0)
- De Control Unit interpreteert dat dit een rekensom is en dat de ALU aan de slag moet.
3️⃣ Registers en ALU
- De CPU zet de binaire codes van de twee 1-en in registers: kleine supersnelle geheugenblokjes.
- De ALU voert de berekening uit in binaire:
00000001 (1) + 00000001 (1) = 00000010 (2)
De ALU rekent dus direct in nullen en enen.
4️⃣ Resultaat opslaan en tonen
- Het resultaat 00000010 (2) wordt tijdelijk opgeslagen in een register of cache.
- De CPU stuurt dit resultaat naar het programma dat je gebruikt (bijvoorbeeld een rekenmachine-app).
- Het programma vertaalt het resultaat naar een leesbare vorm voor het scherm: de “2” verschijnt.
5️⃣ Enter-toets verwerken
- Enter heeft de binaire code 00001101
- De CPU interpreteert deze code als: “Toon resultaat op scherm”
- Zo wordt de output van de ALU zichtbaar als 2 op je scherm.
6️⃣ Samengevat in binaire stappen
- Toetsen 1, +, 1, Enter → 00110001, 00101011, 00110001, 00001101
- Codes naar CPU → transistors lezen bits
- Registers bewaren getallen → ALU rekent: 00000001 + 00000001 = 00000010
- Resultaat tijdelijk in register/cache
- Enter → CPU stuurt resultaat naar scherm
- Scherm toont “2”



