In Nederland worstelen duizenden gezinnen met ouderverstoting. Kinderen keren zich af van een ouder, vaak onder invloed van de andere ouder. Soms uit angst, soms uit loyaliteit. Wanneer deze dynamiek zich structureel herhaalt, spreken we van Parental Alienation (PA), of zelfs het controversiële Parental Alienation Syndrome (PAS). De gevolgen zijn diep: kinderen raken vervreemd van hun identiteit, en de verstoten ouder lijdt onder intens verlies en machteloosheid.
Bij sommige verstotende ouders ligt de oorzaak niet alleen in pijn of onverwerkt verdriet, maar in een onderliggende narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS). Kenmerken zoals gebrek aan empathie, behoefte aan controle, manipulatief gedrag en zwart-witdenken kunnen het loyaliteitsconflict van het kind versterken. De ouder ziet het kind niet als autonoom persoon, maar als verlengstuk van het eigen ego – en dus als wapen in een strijd die nooit eindigt.
In dergelijke gevallen zijn gesprekken vaak zinloos geworden. Verwijten domineren, het empathisch vermogen is geblokkeerd, en verandering lijkt onmogelijk. Toch duikt er vanuit een onverwachte hoek een therapeutische mogelijkheid op: psilocybine, de psychoactieve stof in truffels.
Psilocybine wordt in het lichaam omgezet in psilocine, dat serotonine-receptoren in het brein beïnvloedt. Hierdoor kunnen mensen zich tijdelijk meer verbonden voelen, emotioneel zachter worden en zichzelf en anderen vanuit een ander perspectief ervaren.
Bij een ouder met narcistische trekken of een persoonlijkheidsstoornis kan dit leiden tot zeldzaam zelfinzicht: Waar komt mijn woede echt vandaan? Waarom projecteer ik dit op mijn kind? De breinactiviteit verandert zodanig dat starre overtuigingen kunnen verzachten. In plaats van strijd en slachtofferschap ontstaat ruimte voor empathie, vergeving en verantwoordelijkheid.
Stel je een ouder voor die na jaren strijd ineens voelt wat hij of zij het kind heeft aangedaan – en zichzelf. Niet omdat iemand het zei, maar omdat het werd ervaren. Psilocybine-therapie is geen magische oplossing, maar wél een krachtige katalysator in handen van een goede therapeut.
Voor ouders met narcistische trekken of een gediagnosticeerde NPS, die vastzitten in een destructief patroon, kan deze vorm van therapie een onverwachte sleutel zijn tot herstel. Niet alleen van de relatie met het kind, maar ook van het beschadigde zelfbeeld daaronder.
Wat nodig is? Moed. Klinische zorgvuldigheid. En de bereidheid om verantwoordelijkheid te nemen in plaats van controle. Want pas als het hart opent, kan de band tussen ouder en kind helen.